In de herziene richtlijn is duidelijker gedefinieerd wie verantwoordelijk is voor de signalering vanvermoeidheid. Psychosociale interventies en bewegingsinterventies zijn meer onder de aandacht gebracht. Daarnaast is verduidelijkt dat medicatie alleen is geïndiceerd in de terminale fase. Bij de herziening is tijdens alle fasen gebruik gemaakt van de input van patiënten. Drie patiëntvertegenwoordigers namen zitting in de richtlijnwerkgroep. Bij deze herziening is de inhoud van de richtlijn afgestemd met het Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland. De richtlijn gaat in op thema’s uit het kwaliteitskader zoals gezamenlijke besluitvorming en interdisciplinaire zorg. Ook is er eenduidigheid over definities. Lees hier de richtlijn