Vragend kijkt ze me aan. ‘Dat is toch belachelijk van m’n huisarts?!’ Het is zaterdagochtend, ik zit bij de kapper. Ze verontschuldigt zich: ‘Sorry als ik traag ben, ik voel me beroerd en heb een ontzettend pijnlijke pols.’ Gisteren kreeg ze bij haar huisarts een injectie vanwege carpaletunnelsyndroom. Ze is echter allesbehalve tevreden over deze behandeling. 
De volledige kapsalon wordt geïnformeerd. ‘Ben ik eindelijk uit die wachtkamer, heeft hij ineens haast. Hij stelt twee vragen, drukt op m’n arm en wil er meteen in prikken!’ Ze vervolgt gepikeerd: ‘Hij zei dat het geen pijn zou doen en dat ik vandaag kon werken, dat klopt helemaal niet!’ Er wordt gelachen. ‘Inderdaad, wat een rare huisarts...’ Het daaropvolgende halfuur volgen anekdotes van andere klanten en kapsters over hun inadequate huisarts of lompe specialist. 
Ik lach schaapachtig en kijk ongemakkelijk in de spiegel. Wordt er ook zo over mij gesproken?! Mijn gedachten dwalen af naar mijn spreekuur gisteren. Welke woorden gebruikte ik ter geruststelling bij die vrouw met buikpijn? En wat zei die oude meneer met rugpijn tegen zijn vrouw toen ik bij hen de deur uitliep? Ik realiseer me opnieuw dat ons huisartsenvak uit zoveel meer bestaat dan medisch handelen. 
Wordt er ook zo over mij gesproken?! 
Regelmatig heb ik na een overvol spreekuur moeite me de details van de gesprekken volledig te herinneren. Voor de patiënt tegenover mij is dat echter niet het geval. Hij zal zich mogelijk nog maanden herinneren welke woorden ik gebruikte, hoe ik daarbij keek en met welk gevoel hij de spreekkamer uitliep. Daar moeten wij ons continu bewust van zijn. 
Mijn knipbeurt is voorbij. Ik heb vanochtend goed in de spiegel gekeken. Grinnikend bedank ik de kapster. Dankzij haar zit ik maandag niet alleen met een frisse coupe, maar ook met een frisse blik weer in de spreekkamer.

2024 © Created by Postads. Alle rechten voorbehouden. | Cookies aanpassen